Slaap is aangeleerd en moet groeien

Slaap moet groeien.

Alle ouders krijgen na de geboorte van hun baby te maken met slaapgebrek. In meer of mindere mate. Baby’s worden niet geboren met een regelmatig dag- en nachtritme en het vermogen meerdere uren aaneengesloten te slapen. En dat is wel zo veilig. Want een baby heeft elke paar uur voeding nodig en mag niet te diep slapen om snel ‘alarm’ te kunnen slaan door te huilen bij bijvoorbeeld ondervoeding of oververhitting.

Met het groeien van je baby, komt ook zijn slaapvolwassenheid. Vanaf 6 weken heeft je baby pas een circadiaans ritme ofwel een bioritme of interne klok en wordt het makkelijker voor je kindje om een een of meerdere langere rukken te slapen tijdens de nacht. En ook overdag minimaal een slaapcyclus van 45 minuten aaneengesloten te slapen. Je kan als ouders je baby helpen die interne klok sneller af te stellen en te zorgen dat je baby juist ‘s nachts eens een langere stretch slaap pakt of dat hij al leert met hulp van jullie een langer slaapje overdag te pakken.

Zoveel en zo goed mogelijk slapen is belangrijk voor de gezondheid en ontwikkeling van je baby. Dat je je baby vooral in die eerste weken en maanden na de geboorte je baby helpt te leren slapen op eigen kracht is dus niet ongewoon, en ondertussen hoef je geen consessies te doen aan de hechting en de emotionele ontwikkeling van je baby.

Sluit eventueel onderliggende medische oorzaken uit

Je wil altijd zeker weten dat de onrust en huilen van je baby niet wordt veroorzaakt door medische oorzaken. Twijfel je, neem altijd contact op met je huisarts en laat een en ander onderzoeken en uitsluiten. In het eerste jaar zijn reflux, allergieën, eczeem, astma en ooronststekingen veel voorkomende oorzaken die de slaap, en het vermogen van je baby om zichzelf gerust te stellen en te kalmeren kunnen verstoren. Zodra de klachten verdwenen of onder controle zijn, kun je je baby alsnog beter en zelfstandiger leren slapen.

Probeer niks af te dwingen

Voorkom onnodige tranen. Hoewel slaap heel belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind en je je baby een handje kunt helpen met beter en meer slapen, zijn hechting en voeding in de eerste zes maanden nog belangrijker.

Help je je baby aan betere nachten slaap

  • Met een flexibel eet- en slaapschema
    Enkele weken na de geboorte kan je langzaam meer ritme in de dag aanbrengen. Een flexibel slaap- en voedingsschema kan je hierbij helpen. Met de nadruk op flexibel. Geen ijzeren regime. Als moeder van 3 weet ik dat zoiets niet werkt in de praktijk. Maar een beetje voorspelbaarheid door middel van ritme en routine bieden je baby een gevoel van veiligheid waardoor je baby happier is en minder zal huilen. Daarnaast zal je merken dat je de signalen van je baby eigenlijk nog beter leert kennen. Waar je anders een huiltje misschien zou aanzien voor honger, wordt het je inmiddels duidelijk dat je baby misschien wel overprikkeld of juist verveeld is.Je schema zal altijd wat flexibel zijn want niet iedere baby wordt altijd op dezelfde tijd wakker en slaapt even lange dutjes. Probeer als het lukt de volgorde van slapen-voeden-spelen, slapen-voeden-spelen aan te houden zodat je baby uitgeruster en effectiever kan drinken. Zo voorkom je ook een voed-slaapassociatie en je baby dag en nacht alleen nog maar in slaap kan vallen aan de borst of de fles. Nog een belangrijk advies: laat je baby overdag niet voorbij voedingen slapen, dan gaat je baby het ‘s nachts inhalen. Het kan overigens een week of twee duren voordat je baby enigszins een ritme te pakken heeft. In mijn Sleepeez app vind je allerlei voorbeeldschema’s voor slapen en voeding.
  • Duidelijk verschil tussen dag en nacht
    Begin duidelijk aan de dag door in de ochtend (tussen 18:00/19:30 – tot 6:00 uur is het officieel nacht) op te staan, de gordijnen te openen, de lichten aan te doen. Voed je baby liever niet bij jullie in bed en bij voorkeur in een dagsetting. Ook belangrijk: neem je baby ‘s ochtends mee naar buiten, blootstelling aan buitenlucht en zonlicht (uiteraard beschermd) helpt bij de ontwikkeling van zijn interne klok en zorgt ervoor dat je baby ‘s avonds makkelijker op zijn natuurlijke bedtijd in slaap valt. Laat je baby zoveel mogelijk wennen aan geluiden overdag en dim vanaf bedtijd zijn kamer. ‘s Nachts voed je je baby in het donker en beperk je de interactie tot een minimum om hem te leren dat de nachten voor slapen zijn.
  • Laat je baby niet voorbij zijn vermoeidheid gaan
    Let goed op de wakkertijden (check maximale wakkertijden op het Baby Dashboard) en slaapsignalen van je baby. Als een baby te lang wakker is tussen zijn slaapjes kan hij oververmoeid raken. Een oververmoeide baby raakt sneller overprikkeld en hyperactief en zal daardoor sneller moeite hebben met in slaap vallen en in slaap blijven.


Wat betekent doorslapen precies?

Veel ouders bedoelen er vaak iets anders mee. Medisch gezien betekent doorslapen van een vier maanden oude baby het vermogen om vijf uur achter elkaar door te slapen zonder voeding. Met vijf maanden kunnen baby’s in beginsel zes uur aan een ruk slapen en rond de zes maanden zo’n acht uur per nacht. Lichamelijk zijn nachtvoedingen dan meestal niet meer nodig, sommige baby’s hebben dan nog wel een late avondvoeding ergens tussen 21:00 en 23:00 uur.

Volgens de National Sleep Foundation kan het gros van de baby’s van acht maanden oud elf tot twallf uur doorslapen zonder voeding. Met doorslapen bedoelen we het reguleren van slaap en de nachten, wat betekent dat je baby het vermogen heeft om de wakkere momenten in de nacht zelf door te komen, zonder hulp van de ouders en zonder langdurig gehuil.

Wakker worden hoort erbij

Het is heel normaal dat je baby meerdere malen ‘s nachts wakker wordt. Baby’s hebben in de eerste twee jaar een kortere slaapcyclus van 45 minuten en slapen ook lichter dan volwassenen. Baby’s verkeren relatief langer in de onrustigere droomslaap (remslaap). Dit is heel natuurlijk, maar zorgt ervoor dat baby’s fysiek gezien geen uren achter elkaar kunnen slapen of lang in een diepe slaap kunnen verkeren. Baby’s zullen dus vaker even wakker zijn. De vaardigheid om die wakkere momenten zelf door te komen, moet een baby dus nog aanleren.

Elke baby slaapt anders

De leeftijd waarop baby’s gaan doorslapen varieert sterk. Sommige baby’s vallen gemakkelijk in slaap, maar worden vaak wakker. Anderen gaan met veel pijn en moeite slapen, maar slapen dan wel door. En de laatste en lastigste categorie baby’s (deze kom ik veel in mijn praktijk tegen) valt niet zomaar in slaap, doet overdag alleen maar korte slaapjes en slaapt ook de nacht niet door. In deze categorie kom ik veel sensitieve, alerte en temperamentvolle baby’s tegen, die van nature wat meer moeite met zich overgeven aan slaap en de buitenwereld buiten sluiten. Ook worden ze sneller wakker van hun omgeving. Maar ook deze kindjes kunnen uiteindelijk goede slapers worden! Hier kan ik je als kinderslaapcoach en baby slaapcoach bij helpen.

Waar ben je naar op zoek?