Wanneer maakt je baby en dreumes sprongetjes?
De ontwikkeling van je kind gaat in sprongen. Tijdens deze sprongen is het vaak even doorbijten wat betreft slaap. Realiseer je wat er met je kindje aan de hand is en dat het tijdelijk is. Probeer daarom zo veel en consequent mogelijk vast te houden aan hetzelfde ritme en dezelfde manier waarop je omging met het ‘s nachts wakker worden van je baby of dreumes. Hoe pittig dat soms ook is. Dan zal je kindje ook makkelijker weer beter slapen zodra hij door de sprong heen is. Sommige sprongen zijn gewoon zwaar voor je kindje, maar ook voor jezelf. Kijk voor meer informatie over de verschillende sprongetjes op ‘Oei ik groei’.
Sprongetje bij 5 weken
Je baby maakt zijn allereerste sprong in de mentale ontwikkeling, een extra moeilijke dus. Hij kan voorbij de 20-30 cm zien, genieten van bekende stemmen, bewegingen en de wereld om zich heen. Hij reageert meer op zijn omgeving en is gevoeliger voor prikkels van buitenaf.
Invloed op slaap: In deze periode begint vaak het huiluurtje ’s avonds – de periode van huilerigheid van ongeveer 17.00 tot 22.00 of 23.00 uur. Waarschijnlijk wil hij ook vaker gevoed worden. Knuffel je baby zo veel mogelijk en voed wanneer hij daarom vraagt als je borstvoeding geeft.
Sprongetje bij 8 weken
Je baby ziet patronen zoals decoratieve patronen op het behang, op een schilderij of de print op je blouse. Hij ontdekt zijn handjes en voetjes en zal meer gaan lachen.
Invloed op slaap: Al deze nieuwsgierigheid en alertheid kunnen het moeilijk maken voor de baby om in slaap te vallen en te blijven slapen. Zorg ervoor dat de babykamer (of jullie eigen kamer als je baby bij jullie slaapt) slaapvriendelijk is – zo veel mogelijk gedimd en stil. Dit is ook een goede tijd – als je dat nog niet was begonnen – om te beginnen met het introduceren van eenvoudige slaaptijdroutines – begin met dezelfde routines tijdens slaapjes overdag en bedtijd.
Sprongetje bij 12 weken
In deze fase leert je baby om voor het eerst vloeiende overgangen te zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Hij bestudeert graag de dagelijkse vloeiende handelingen van anderen zoals lichamelijke bewegingen, monden die bewegen tijdens het praten of eten. Hij gaat met zijn hoofdje bewegen richting geluid en gaat proberen ‘terug te praten’, dit is het begin van verbale communicatie met je baby.
Invloed op slaap: Je baby gaat op deze leeftijd meer bewegen en wordt actiever. Dat kan veranderingen in de slaaproutine betekenen. Het kan zijn dat je baby te beweeglijk wordt voor een inbakerdoek. Sommige baby’s gaan onrustiger slapen omdat ze bijvoorbeeld steeds van rug naar buik omrollen maar nog niet terug kunnen. Bij andere baby’s wordt een semi-regelmatige slaap- en voedingsschema zichtbaar.
Sprongetje bij 4 maanden en 5 maanden
Deze sprong is wat heftiger dan de sprongen ervoor, er gebeurt enorm veel op cognitief vlak, waardoor het lijkt of de vooruitgang van je baby even stilstaat en je terug bent bij af. Na deze fase die 1-6 weken kan duren, zul je zien dat je baby en aantal belangrijke dingen heeft geleerd, zoals omrollen.
Invloed op slaap: Is dit een terugval? Als de slaap van je baby voorspelbaar was tot nu toe, kun je even bedrogen uit komen. Maar blijf vooral doorgaan met je consistente slaaproutines: daarmee geef je je baby een duidelijke, voorspelbare boodschap dat het tijd is om te gaan slapen. Deze sprong is vaak pittig, maar weet dat je er binnen een aantal weken doorheen bent. Het scheelt als je weet waar deze mindere periode vandaan komt.
Sprongetje bij 6 maanden
Je baby gaat nu allerlei soorten relaties waarnemen en deze ook uitvoeren. Hij legt een verband tussen het ene object en het andere en legt ook een verband tussen bepaalde gebeurtenissen, bijvoorbeeld op een knopje drukken van een stuk muziekspeelgoed omdat hij weet dat daar geluid uit komt.
Invloed op slaap: Verlatingsangst kan het naar bed brengen moeilijker maken omdat je baby nu snapt dat wanneer je de kamer uit gaat, je ver(der) weg bent. Vanaf zes maanden kun je je baby gaan coachen en de bestaande slaapassociaties waar je baby jullie voor nodig heeft om in slaap te vallen aanpakken. Je baby is hier – mits niet te vroeg geboren – fysiek, mentaal en neurologisch klaar voor. Als je je baby wilt leren zelfstandig in slaap te vallen en/of door te slapen, kies dan wel voor een methode waar jullie beiden als ouders volledig achter staan.
Sprongetje bij 8 maanden
Nu volgt de wereld van de ‘categorieën’. Je kindje gaat mensen, dieren en dingen met elkaar vergelijken en alles onderzoeken. Hij moet bijvoorbeeld leren dat een koe geen schaap is. Hij kan een fase van verlatingsangst doormaken en wellicht niet meer alleen willen spelen of slechter eten en slapen.
Invloed op slaap: Deze sprong valt (deels) samen met de slaapregressie (periode van minder goed slapen) van rond de 8/9/10 maanden. Het slapen van je baby kan verstoord raken door de nieuwe mobiliteit zoals optrekken, kruipen, tijgeren. Maar je baby begint ook te experimenteren met oorzaak en gevolg tijdens het slapen. ‘Als ik huil, wat zal mama doen?’ Je baby zal zich snel vasthouden aan patronen dus wees voorzichtig met het creëren van nieuwe slaapassociaties. Als je baby nog steeds wakker wordt om te voeden ‘s nachts zou je kunnen proberen de voedingen af te bouwen als je daar zelf achter staat.
Sprongetje bij 10 maanden
De zevende fase staat bekend als een moeilijke fase omdat je baby nu beseft veel te kunnen (soms meer dan werkelijk zo is) en wil veel dingen ook ‘zelf doen’. Hij weet dat hij zijn armpjes kan uitsteken als je zijn jasje aandoet en hij kan zelf een lepel in een bakje doen en een hapje opscheppen bijvoorbeeld.
Invloed op slaap: Routines zijn erg belangrijk in dit stadium e meeste baby’s houden van voorspelbaarheid, dus houd je daar zo veel mogelijk aan vast – of maak je ritme nog net even wat strikter. Misschien merk je dat je baby door een slaapregressie gaat en gaat het ochtendslaapje moeizaam. Ik raad je toch aan dat slaapje erin te houden en nog even op twee slaapjes door te gaan. De meeste baby’s gaan pas rond de 15-18 maanden over naar een slaapje per dag.
Sprongetje bij 12 maanden
Je kind kan nu het ‘geheel’ overzien en begrijpt het concept ‘als, dan’. Je dreumes kan nu handelen vanuit zijn geheugen. Hij kan dingen nabootsen en daardoor helpen met bijvoorbeeld de was en speelgoed opruimen.
Invloed op slaap: Routines zijn erg belangrijk in dit stadium – houd daar dus extra strak aan vast. Misschien merk je dat je dreumes door een slaapregressie gaat. Het slapen overdag gaat moeizamer of de slaapjes zijn korter. Rond deze leeftijd zie je dat veel kindjes sneller naar een knuffel grijpen, dat kan een fijne slaapassociatie zijn. In deze periode zie ik ook dat veel kinderen aanhankelijker worden en een duidelijkere voorkeur krijgen voor een van de ouders. De andere ouder wordt soms volledig buitenspel gezet bij het naar bed brengen en troosten ’s nachts. Ook verlatingsangst kan ineens de kop op steken. Neem wat extra tijd voor de bedtijdroutine, je dreumes heeft extra behoefte aan nabijheid en knuffels.
Sprongetje bij 14 maanden en 15 maanden
Je dreumes leert rond de 14/15 maanden regels en principes begrijpen. En dat betekent een zichtbare gedragsverandering: ineens gaat je dreumes drammen en dreinen en probeert hij van alles uit om zijn zin door te drijven. Je kind kan echt al een boefje zijn en stoute dingen doen. Nu begint het opvoeden echt, want je kind heeft iemand nodig die grenzen stelt.
Invloed op slaap: Dreumesen kennen het verband tussen oorzaak en gevolg inmiddels en proberen overdag, maar ook ’s avonds en ’s nachts, van alles uit. Op deze leeftijd zie je dat ze gaan experimenteren met huilen en schreeuwen, om te kijken of je terug de kamer in komt. Een andere leuke is spenen en knuffels uit bed gooien om je terug de kamer in te lokken. Tijdens deze sprong is het vaak lastiger om twee slaapjes overdag te doen. Ouders denken dan al snel dat het tijd is om de overgang te maken naar één slaapje. Probeer nog even vast te houden aan die twee dutjes, ook al zijn ze misschien korter of is het lastiger voor je kindje om in slaap te vallen – help desnoods tijdelijk met het tweede slaapje door er dan op uit te trekken met kinderwagen of auto.
Sprongetje bij 17 maanden
Je dreumes leert vanaf zo’n 17 maanden systemen kennen. Hij heeft meer tijdsbesef, snapt dat hij een individu in een grotere wereld is en dat hij onderdeel uitmaakt van een gezin. Hij snapt dan ook dat de routines en verwachtingen bij bijvoorbeeld de opvang anders zijn dan die van thuis. Je peuter kan zijn gedrag nu aanpassen aan verschillende situaties. Kijk er dus niet van op als je dreumes lief en behulpzaam is bij oma, maar thuis kan zeuren.
Invloed op slaap: Als dat al nog niet het geval was, kan de ‘peuterhouding’ rond deze tijd volledig tot bloei komen, en dan heb ik het over de befaamde driftbuien. O, wat kunnen ze soms tekeergaan bij het slapengaan. Dat is best frustrerend. Schrik niet van dit verzet en het plotselinge verbale geweld. Bewaak vooral de slaap- en wakkertijden en de routines zo veel mogelijk om te voorkomen dat er minder wordt geslapen en het slaaptekort gaat zorgen voor gebroken nachten – en de befaamde vicieuze cirkel. Peuters kunnen rond de 18 (en/of 24) maanden ook in een slaapregressie komen, een van de lastigste van allemaal. Lees hier meer over deze slaapregressie en hoe jullie er zo ongeschonden mogelijk doorheen komen.
De volgende tips kunnen helpen bij sprongetjes:
Als kinderslaapcoach en baby slaapcoach adviseer ik de volgende tips die kunnen helpen bij sprongetjes:
- Houd zoveel mogelijk vast aan bestaande slaap- en eetroutines overdag.
- Slaapt je baby ineens alleen maar korte slaapjes van 20-40 minuten, zorg dan dat hij meer van die korte slaapjes overdag pakt zodat hij niet oververmoeid raakt – en houd zijn slaaptank dus goed gevuld.
- Probeer zo consequent mogelijk te reageren op de (extra) momenten dat je kindje ’s nachts wakker wordt.
- Is je baby jonger dan 6 maanden en lukt het je baby tijdens deze sprongen maar moeilijk (zelf) in slaap te vallen in zijn bedje? Help je baby dan door hem in de draagzak te hangen, met hem te gaan wandelen of in slaap te wiegen en te voeden. Bij baby’s jonger dan zes maanden is slapen overdag van nature nog niet geheel ontwikkeld. Voldoende uren slaap is op dat moment belangrijker dan de manier waarop je baby slaapt. Slaapassociaties kunnen vanaf zes maanden namelijk altijd weer ongedaan worden gemaakt.
- Is je baby ouder dan zes maanden en zie je dat hij zich ineens verzet bij het naar bed gaan? Of dat hij zo een uur wakker ligt en moeilijk in slaap valt? Dat zie je vaak bij een sprong. Weet dat dit tijdelijk is. Is je baby rustig? Laat hem dan liggen, dan is de kans dat hij gaat slapen groot. Heeft je baby ’s middags moeite met in slaap komen? Help je baby dan door even te gaan wandelen, iets langer voor de routine te nemen. Het kan zijn dat je baby tijdelijk iets minder slaapt overdag. Leg hem daarom eventueel een extra keer in bed overdag. Ook kun je je kindje helpen door hem ’s avonds bij bedtijd eerder in bed te leggen. Zo raakt hij niet te snel oververmoeid en is de kans groter dat je nog redelijk de nacht doorkomt.