Gemiddelde Slaapritme per leeftijd
Bijna alle baby’s kunnen rond de zes maanden doorslapen, maar wanneer ze dat doen verschilt een beetje per kind. Sommige baby’s van drie maanden oud kunnen al 6-8 uur aan een stuk slapen. Anderen zullen zo lang pas slapen vanaf twaalf maanden.
Volgens de National Sleep Foundation slapen de meeste baby’s, zo’n 70 procent, door tegen de tijd dat ze negen maanden oud zijn. Doorslapen betekent het vermogen om 8-12 uur te slapen zonder een nachtvoeding, zolang je baby goed eet en drinkt en zijn gewichtstoename voldoende is. Alles eerder dan dit is dikke winst!
Om je een idee te geven van wat normaal is voor je baby vanaf zijn geboorte tot zijn eerste verjaardag; is dit het gemiddelde slaapritme wat je zo’n beetje kan verwachten. Natuurlijk is iedere baby verschillend! Dat merk ik als kinderslaapcoach en baby slaapcoach ook elke dag in mijn praktijk.
Slaapritme tot 2 maanden
Baby’s moeten dag en nacht veel eten, dat kan betekenen dat je baby elke twee tot vier uur ’s nachts wakker wordt voor een voeding. Dit is volledig normaal, zeker als je baby nog geen volledig ontwikkeld dag- en nachtritme heeft. Om je baby te helpen een duidelijk slaapritme te ontwikkelen is het handig je baby overdag elke drie uur te voeden, en hem niet voorbij zijn voedingen te laten slapen.
Slaapritme bij 3 maanden oud
Rond deze leeftijd ga je zien dat je baby een langere ruk kan gaan maken, bij voorkeur natuurlijk in de nacht, omdat zijn slaap en slaappatronen zich verder ontwikkelen. De meeste baby’s kunnen vier uur aaneengesloten slapen en kunnen vervolgens elke 2,5 à 4 uur later weer wakker worden voor een voeding (je zit dan op drie voedingen per nacht, gerekend vanaf bedtijd in de vroege avond).
Slaapritme bij 4 maanden oud
Je baby kan ongeveer vijf uur aaneengesloten slapen, waarbij de tweede voeding ’s nachts ongeveer 3,5 tot 4 uur later nodig is. De meeste baby’s hebben op dit moment nog twee nachtvoedingen, gerekend vanaf bedtijd, ergens tussen 18.00 en 20.00 uur. Het kan zijn dat je baby op dit schema zit en ineens weer een extra voeding nodig heeft. Dat zien we vaak gebeuren in de befaamde 4-5-maandengroeispurt. Wees gerust: binnen een aantal weken pakt je baby vaak zijn langere rukken in de nacht weer op.
Slaapritme bij 5 maanden oud
Doorslapen betekent in deze fase dat je baby zes uur kan slapen zonder voeding, de tweede voeding heeft je baby ongeveer 3,5 tot 4 uur later nodig, dat is vaak al in de vroege ochtend. Als je baby bijvoorbeeld om 19.00 uur slaapt en de laatste voeding krijgt om 23.00 uur, kan je baby ongeveer doorslapen tot 5.00 uur.
Slaapritme bij 6 maanden oud
Op deze leeftijd kunnen de meeste baby’s zeven à acht uur lang slapen, en kunnen ze soms prima slapen tot de voeding in de ochtend. Als je langzaam begint met het opbouwen van hapjes, worden de meeste baby’s op deze leeftijd nog maar één keer ’s nachts wakker om te eten.
Om zelf zo goed mogelijk te slapen, doe je er verstandig aan je baby tussen 22.00 en 23.00 uur een zogenaamde ‘dreamfeed’ te geven, zodat je baby daarna die lange ruk tot de volgende ochtend kan maken. En niet te vergeten, jullie ook.
Een ander scenario is dat je baby van 19.00 tot 2.00 uur slaapt en je er dan uit moet voor een voeding. Als je baby bij zes maanden nog steeds ’s nachts vaker dan deze ene keer wakker wordt om te eten, is de kans groot dat je baby niet echt honger heeft, maar dat de borst of fles een slaapassociatie is en dat je baby niet weet hoe hij weer in slaap kan vallen zonder deze voeding.
Slaapritme bij 7 maanden oud
Baby’s van deze leeftijd die overdag aardig goed eten zouden prima op één voeding per nacht kunnen zitten. Idealiter is dit een dreamfeed (je bent het wakker worden van je baby voor en voed hem slapend) of een late avondvoeding die je bijvoorbeeld geeft de eerste keer dat je baby wakker wordt na 21.30 uur.
Slaapritme bij 8 maanden en ouder
Dit is de leeftijd waarop je zeker een stevige elf tot twaalf uur slaap per nacht mag verwachten. Maak je geen zorgen als je je baby voor middernacht nog steeds een keer voedt – dit kun je altijd relatief eenvoudig en snel afbouwen.
Merk je nu dat je baby nog steeds ’s nachts veel komt voor de fles of borst, dan kan er sprake zijn van een voeding-slaapassociatie. Geef dan de borst of fles op een eerder tijdstip in de bedtijdroutine en lees daarna een boekje.
Of geef de fles of borst zelfs voor de bedtijdroutine en niet meer in de kamer van je baby. Zo doorbreek je de voeding-slaapassociatie. Dat raad ik je op deze leeftijd zeker aan, omdat deze associatie erg sterk is en nog sterker wordt vanaf twaalf maanden, wat kan betekenen dat je alsnog meerdere malen in de nacht met een wakker kind zit dat jou (of beter gezegd: de fles of borst!) nodig heeft om weer in slaap te vallen.
Vergeet niet: elke baby is anders.
Het vermogen om door te slapen wordt makkelijker als baby’s ’s nachts minder voeding nodig hebben. Sommige baby’s gaan pas meer uren achter elkaar slapen als ze vier tot zes maanden oud zijn. Langer dan acht uur aaneengesloten slapen kun je pas van je baby verwachten vanaf de leeftijd van zes maanden. Dit kan anders zijn als je baby te vroeg geboren is.
Als je twijfelt of je baby nog nachtvoedingen nodig heeft, vraag dit dan aan je huisarts of aan het consultatiebureau. Het vermogen om door te slapen kan later komen bij baby’s die borstvoeding krijgen omdat moedermelk relatief snel verteert en sommige baby’s meer voedingen nodig hebben. Ook al is je baby in staat om acht uur ononderbroken te slapen, het betekent niet altijd dat je baby dat ook altijd doet.