Slaapregressie bij dreumes 18 maanden, dit helpt:
Slaapt je dreumes of peuter van 18 of 24 maanden ineens niet meer of stukken slechter? En dan heb ik het niet zozeer over een beetje protest of rustig wakker worden en een beetje jammeren voordat hij weer doorslaapt, maar over kindjes die heel boos, stampend in hun ledikant staan en de hele buurt bij elkaar schreeuwen. Je kunt door dit plotselinge verzet overvallen worden en het roept vaak vragen op. Komen z’n kiezen door, heeft hij last van een oorontsteking of van zijn buik? Of is het zijn nieuw verworven vaardigheid – lopen – die zijn slaap ’s nachts ineens zo verstoort? Het kan zeker een van deze oorzaken zijn.
Maar er kan ook zomaar sprake zijn van een slaapregressie. Een slaapregressie is een periode waarin je kind, dat voorheen doorsliep (op deze leeftijd betekent dit 11 uur ononderbroken slaap per nacht), daar plotseling mee stopt. Het is een tijdelijke en plotselinge verandering die normaal gesproken twee tot zes weken duurt. Niet alle kinderen maken deze slaapregressie door, en de dreumesen en peuters die dat wel doen zullen meestal weer beginnen met doorslapen als de oorzaak van de slaapregressie zogezegd is gestabiliseerd. Als je eerder te maken hebt gehad met een slaapregressie (en geloof me, je bent niet de enige), dan herinner je je misschien deze tekenen aan de wand:
- Weerstand met betrekking tot slaap
- (Veel) wakker zijn ’s nachts
- Korte(re) slaapjes overdag
- Veranderingen in eetlust
- Veranderingen in gedrag
Deze slaapregressie wordt door veel ouders als pittiger ervaren dan de slaapregressies waar baby’s doorheen gaan. Dat heeft er alles mee te maken dat kinderen op deze leeftijd een groot gevoel van onafhankelijkheid ontwikkelen en ze motorisch veel verder zijn: ze kunnen staan, gooien, lopen, klimmen. Daarom kan er wat meer diplomatie en creativiteit nodig zijn om deze regressie in goede banen te leiden.
Wat zijn de oorzaken? Een slaapregressie klinkt negatief en de gevolgen zijn vaak even uitdagend, maar de positieve kant is dat deze tijdelijke verandering in slaappatronen eigenlijk een teken is van de groei en ontwikkeling van je kind. Slaapregressies worden vaak geassocieerd met de hersenontwikkeling en fysieke mijlpalen, en dat geldt ook voor die bij 18 en/of 24 maanden. Je hebt misschien gemerkt dat je kind enorm is gegroeid of ineens een vol gebit heeft. Groeihormonen kunnen de slaapcycli van je kind verstoren. En tanden en kiezen krijgen is voor de meeste kinderen onprettig.
Als onderdeel van hun sociaal-emotionele groei rond de 18 maanden, kun je een opleving zien van verlatingsangst, wat ook tot paniek kan leiden bij het in bed leggen. Daarnaast kunnen kinderen op deze leeftijd eigenzinnig zijn en een heel duidelijke wil tentoonspreiden. Het verzet tegen slapen betekent dat ze gewoon liever iets anders zouden willen doen. Yep. Sommige kinderen zullen bewust weigeren te slapen. Dat is een controleissue van een drammerige dreumes. Maar gelukkig wel tijdelijk weet ik als kinderslaapcoach!
6 tips om je te helpen met een slaapregressie bij 18 en/of 24 maanden
- Realiseer je dat het tijdelijk is Als je kind krijsend in de nacht in bed staat en weigert om overdag een slaapje te doen, vergeet dan niet dat deze verandering tijdelijk is. Die gedachte alleen al kan ervoor zorgen dat je je verstand niet verliest. Als je kindje na een paar weken nog steeds niet slaapt als voorheen, kun je overwegen om contact op te nemen met een kinderarts om te bekijken of er een onderliggend medisch probleem zou kunnen zijn.
- Houd routines en ritmes aan Als je een zeer onafhankelijk en temperamentvol kleintje hebt gaat hij je zeker testen, dat hoort er (helaas) bij. Doe wat je kunt om hem aan te moedigen te gaan slapen. Als je niet al een bedtijdroutine had, is het nu een goed moment om er een in het leven te roepen – dit helpt je kindje beter afscheid te nemen van de dag en voor te bereiden op het slapen. Zorg ervoor dat je goede slaaproutines aanhoudt, zowel overdag als bij bedtijd, en wijk daar zo min mogelijk van af als dat lukt. Dat kan het makkelijker maken om na de slaapregressie weer alles in een normaal ritme te krijgen. Blijft het slapen moeizaam gaan door de regressie, dan zit er soms niks anders op dan af te wijken van het normale ritme of een eerdere bedtijd aan te houden.
- Zorg ervoor dat je kind overdag genoeg slaapt Al moet je een beroep doen op de auto, kinderwagen, of met je kindje in bed gaan liggen: haal alles uit de kast om ervoor te zorgen dat je kindje genoeg slaapt overdag. Je zult daardoor minder strijd hebben bij bedtijd. Een uitgerust kind slaapt nu eenmaal beter dan een oververmoeid kind.
- Probeer een consistente benadering in te zetten voor bedtijd en de wakkermomenten ’s nachts. Je wilt namelijk geen nieuwe (of oude!) slaapassociaties creëren in de tussentijd. Als er nieuwe patronen ontstaan kunnen deze helaas langer duren dan de slaapregressie zelf.
- Om je kindje op deze leeftijd te ondersteunen in zijn hang naar onafhankelijkheid maar binnen jouw kaders, kan het helpen om hem tijdens het bedtijdritueel keuzes te laten maken. Laat hem zelf kiezen welke pyjama hij wil of leg hem uit dat jullie elke avond twee boekjes lezen maar dat hij mag kiezen wélke twee. Blijft hij in zijn verzet hangen, blijf rustig (hoe moeilijk dat soms ook is), kies zelf een van de opties en geef daarbij uitleg. (‘Blauw is mijn lievelingskleur, dus die kies ik. Kom maar met je arm dan help ik je even.’)
- Communiceer en wees consistent. Vergeet niet dat een deel van de slaapregressie wordt bepaald door de groei van je dreumes en peuter op assertief vlak. Geef eenvoudige instructies en stel grenzen om hem te helpen zich veilig te voelen. Hoewel het verleidelijk kan zijn om de bedtijd aan te passen om drama te voorkomen is het belangrijk om consistent te zijn – dat hebben baby’s, dreumesen en peuters echt nodig. Door consequent te blijven, zelfs tijdens een slaapregressie, laat je je dreumes of peuter zien welk gedrag wordt verwacht en geef je hem een gevoel van structuur en voorspelbaarheid.