Slaapassociaties waarbij je baby je nodig heeft

Slaapassociaties waarbij je baby je nodig heeft

Hieronder bespreek ik de meest voorkomende slaapassociaties die ik als kinderslaapcoach tegenkom waarbij de baby de ouder nodig heeft om weer in slaap te vallen. Maar ook hoe je deze op de leeftijd waarop je baby beter en zelfstandiger kan leren slapen, kan adresseren.

1. Speen: zo wordt de speen een positieve slaapassociatie

Een speen werkt voor veel baby’s enorm rustgevend en kan helpen je baby beter in slaap te laten vallen. Je kan baby’s vanaf een bepaalde leeftijd leren de speen zelf te zoeken, te pakken en in de mond te stoppen waarbij ze dus niet langer afhankelijk zijn van hun ouders. Maar tot die tijd – en dat hangt van het moment waarop een baby in staat is met zijn vingers de speen op te pakken en (goed) in zijn mond te stoppen – ben je als ouders degene die je baby daar bij moet assisteren.

In mijn praktijk leer ik baby’s vanaf 6-7 maanden dit met succes zelf te doen. Is je baby jonger en moet je wel 5-15 keer per nacht de speen in de mond van je baby terug stoppen dan kan je overwegen de speen eruit te halen. Realiseer je dat met 5 maanden die enorme zuigbehoefte van je baby verdwenen is. Dan is het relatief eenvoudig met de speen te stoppen. Dat doe je door de speen als eerste cold turkey bij bedtijd weg te halen en hem die nacht ook niet meer te geven.

Mijn ervaring met baby’s tussen de 5-12 maanden is dat ze er binnen twee nachten aan gewend zijn en van de speen af zijn. Vanaf 12 maanden wordt het weer stukken lastiger om de speen af te leren omdat baby’s tussen de 12-15 maanden een enorme hechting aan spenen en zuigflessen ontwikkelen. Bied je baby in plaats van de speen een knuffeltje of doekje en geef je baby extra (fysieke) geruststelling als hij huilt bij bedtijd en ’s nachts. Zo wordt de speen van negatieve slaapassociatie een positieve slaapassociatie.

  • Hoe leer je je baby zelf zijn speen pakken?

    • Zodra je het gevoel hebt dat je baby wel klaar is om de speen zelf te pakken stop je met de speen in de mond van je baby te stoppen. Je geeft hem in plaats daarvan zijn speen in zijn handje en zegt daarbij ‘pak je speentje maar’.
    • Als je baby nog niet goed snapt dat hij de speen naar zijn mond kan brengen kan je hem stiekem een handje helpen door zijn elleboog voor hem te besturen. Zo zal hij merken en voelen dat hij zelf die beweging kan maken, en dat die beweging er toe leidt dat de speen richting zijn mond gaat.
    • Vervolgens wijs je zijn spenen die vlak bij liggen in bed continu aan terwijl je zegt ‘pak je speentje maar’ om hem te laten begrijpen wat je bedoelt.
    • Oefen de beweging, het aanwijzen en het verbaal coachen overdag op het speelkleed, bij al zijn slaapjes, als je gaat wandelen buiten en natuurlijk als je je baby ’s avonds in bed legt.
    • Meestal leert je baby – mits hij hiertoe fysiek al in staat is – binnen enkele dagen zelf zijn speen te pakken én te zoeken, soms nog gesteund met verbale aanwijzingen van jullie, die hij tegen die tijd begrijpt.

 

  • Wel of geen speen?

    De speen behouden voor je baby is een heel persoonlijk keuze. Als je deze eruit wil halen is na vier/vijf maanden een logische gedachte, al kan het weghalen van de speen in combinatie met het afbouwen van inbakeren een grote stap zijn. Tussen 12-15 maanden wkan het weer lastiger worden de speen eruit te halen. Het beste moment is voor die tijd of juist als je kind groot genoeg is om te begrijpen dat hij te groot wordt voor een speen.

2. Mama’s bar is 24/7 open.

Is je baby zes maanden of ouder en groeit hij goed maar voedt je nog meerdere malen in de nacht? Dan is de kans groot dat je baby niet van de honger wakker wordt maar is de borst een slaapmiddel geworden. Deze slaapassociatie kan je doorbreken door bij bedtijd te beginnen met je baby niet meer aan de borst in slaap te laten vallen of door de borst te slaperig te laten worden en of het voedmoment te verplaatsen naar voor de bedtijdroutine.

Bij baby’s onder de 10 maanden is het nooit verstandig zomaar ineens de gehele nacht niet meer te voeden maar dat geleidelijk aan te pakken zodat je baby zijn calorie-intake en vochtinname stapsgewijs naar de dag kan. verplaatsen. Een voed slaapassociatie bestaat ook bij de fles. Meerdere baby’s die ik heb gecoacht kregen bij alle nachtelijke wakker-momenten een fles(je). De methodes voor het afbouwen van nachtvoedingen gelden dus voor borst- en flesgevoede baby’s. 

3. Hoe zorg je ervoor dat je baby in eigen kamer slaapt?

  • Positieve slaapassociatie

    Als je baby nog niet eerder in zijn eigen kamer geslapen heeft en niet of nauwelijks in zijn kamer komt doe je er goed aan om hem daar overdag te verschonen en met hem te spelen en een boekje te lezen. Zo ontwikkelt je baby een positieve slaapassociatie met zijn eigen kamer.

  • Co-sleepen op babykamer

    Is je baby niet anders gewend dan naast jullie slapen, dan kan je de overgang naar slapen in zijn ledikant in zijn eigen kamer en het afbouwen van deze slaapassociatie stapsgewijs aanpakken door eerst drie nachten samen te slapen (zoals je ook deed op de ouderslaapkamer maar wel op een veilige manier) op je baby’s kamer voordat je start met de coachingmethode.

    Dus in zijn eigen kamer maar op de ‘oude’ manier. Na drie nachten zal je baby gewend zijn aan in slaap vallen en wakker worden op zijn eigen kamer en kan je hem in zijn eigen bedje laten en leren slapen.

4. Temperatuur

De eeuwige twijfel van de ouder ’s nachts: heeft hij dan toch honger, ergens last van, misschien te warm of koud? Het gebruik van dekens is lastig – naast potentieel onveilig – want deze kunnen zeker jonge baby’s al weg trappen. En wat je niet wil is dat hij wakker wordt van de kou en jullie steeds nodig heeft hem opnieuw in te stoppen, of dat je zelf twijfelt of hij er nog onder ligt en je hem juist wakker maakt omdat je zijn kamer op gaat.

Ook zijn dekentjes niet zo veilig meer op het moment dat je baby meer gaat rollen en bewegen in bed. Je kan deze twijfels en veiligheid heel gemakkelijk ondervangen door je baby in een slaapzak te laten slapen. Een vierseizoenenslaapzak is ideaal voor alle weersomstandigheden en ligt je baby veilig en wel in bed.

5. Snelle motorische ontwikkeling

Baby’s ontwikkelen zich razendsnel in hun eerste jaar. Zo leren ze natuurlijk omrollen, grijpen, schuiven, tijgeren, kruipen, optrekken en soms al staan en lopen. Waar ouders in mijn praktijk veel tegen aanlopen is dat hun baby zo druk aan het oefenen is of zijn nieuwe mijlpaal graag ook in bed showt dat dit het inslapen en soms ook doorslapen tijdelijk in de weg zit.

Ze rollen soms van de een naar de andere kant maar kunnen niet meer terug of staan aan de spijlen maar weten nog niet hoe ze vanuit die positie weer kunnen gaan zitten. Dit zijn fases en het effect op slaap is gelukkig tijdelijk. Maar wil niet zeggen dat het niet hinderlijk is.

Zorg dat je je baby overdag veel tijd heeft om te spelen en oefenen. Oefen met hem waar hij op dat moment zo druk mee is. Help hem te leren van buik terug te komen naar rug en laat hem zien hoe hij staand weer kan gaan zitten. Zo leer je hem hoe hij het in bed zelf kan oplossen zonder jullie hulp. Des te sneller zal de rust in bed wedergekeerd zijn.

Daarover nog het volgende. Wees ook niet te bang dat je baby niet goed ligt in bed, het kan goed zijn dat als hij beweeglijker wordt hij juist op zoek gaat naar een fijne slaaphouding. Dit kan een manier van hem zijn om zijn eigen slaap te reguleren. Dus probeer hem dan niet te snel te redden! Dat kan ook slaapverstorend werken. Als je baby zich ergens klem heeft gemanoeuvreerd is het natuurlijk een ander verhaal.

6. Chronisch verkouden

Als baby slaapcoach ken ik weinig baby’s die niet verkouden zijn in hun eerste jaar. Een verkoudheid is onschuldig maar kan het slapen nog wel eens verstoren. Veel baby’s vinden het storend dat ze niet goed door hun neus kunnen ademhalen en worden regelmatig huilend wakker.

Wat ontzettend effectief is en slaapbevorderend werkt is om je baby bij een neusverkoudheid overdag veel te sprayen met bijvoorbeeld fysiologisch zout en zijn ledikant aan het hoofdeinde iets omhoog te zetten door bijvoorbeeld aan weerszijde een boek onder de poten te plaatsen. Zo loopt ’s nachts het slijm niet de holtes in – die verstoppen – maar juist uit.

Het sprayen voorkomt ook dat er druk op de sinussen of oren komt te staan. Zet het bedje niet zo hoog dat je baby naar beneden rolt of glijdt maar een aantal centimeters, net voldoende om hem vrijer te kunnen laten ademen ’s nachts.

7. Doorlekken

Veel ouders lopen tegen het doorlekken en nachtelijke verschoonmomenten aan. Niet alleen wil je je baby beter leren slapen maar ook alle logistieke obstakels zoveel mogelijk beperken. Wat kan je doen om het doorlekken in bed te voorkomen?

  • Check of je niet te kleine of juist te grote luiers hebt.
  • De laatste fles voor bedtijd al iets eerder geven, namelijk beneden voor de bedtijdroutine. Dan zit er iets langer tussen de fles of borst en het verschoonmoment voor het slapen gaan.
  • Als je baby vrij vast slaapt tijdens de voeding tussen 21.00 – 23.00 uur ’s avonds – en dat doen de meesten want ze zitten dan in hun diepe slaap – in het donker verschonen voor of tijdens de voeding.
  • Vanaf zes maanden als je baby goed groeit en zich goed ontwikkeld de dreamfeed tussen 22.00 – 23.00 uur verkleinen. Mocht je baby het nodig hebben zou je de voedingen overdag iets kunnen vergroten zodat hij per saldo evenveel voeding binnen krijgt.
  • En grootmoeders tip: doe je baby een dubbele luier om waarbij je de buitenste luier achterstevoren omdoet met de hogere kant dus aan de voorkant.

Waar ben je naar op zoek?