Nachtmerries versus night terrors (nachtangsten)
Nachtmerries en nachtangsten oftewel night terrors zijn twee totaal verschillende dingen. Het is belangrijk om de verschillen te herkennen zodat je er op de juiste manier mee om kunt gaan. Nachtangsten worden ook wel night terrors of pavor nocturnus genoemd. Ik gebruik zelf als kinderslaapcoach vaak de term night terrors omdat nachtangsten impliceren dat kinderen angst ervaren, wat niet zo is, en omdat het woordje terror vaak aardig de lading dekt.
Daar waar dromen en nachtmerries in de droomslaap plaatsvinden, doen de nachtangsten dat in de diepe slaap. Nachtangsten zijn momenten waarop kindjes intens kunnen schreeuwen, hysterisch zijn, huilen, slaan, schoppen of angstig lijken, hun ogen open hebben terwijl ze gewoon nog in slaap zijn. Ze komen regelmatig voor, soms iedere avond, en meestal bij kinderen van 2 tot 12 jaar, maar jonger kan ook. Ik heb in mijn praktijk twee jongetjes gecoacht die al nachtangsten hadden met 9 maanden. Maar wees gerust, het ziet er akeliger uit dan het is. Kinderen die nachtangsten ervaren, schreeuwen vaak in hun slaap, reageren meestal niet op prikkels van buitenaf, zijn moeilijk wakker te krijgen en kunnen zich bij het wakker worden niks meer herinneren.
De meeste night terrors bij kinderen duren tussen de 5-20 minuten, hoewel de Amerikaanse Sleep Foundation rapporteert dat nachtangsten ook zo kort kunnen duren als 30 seconden tot 3 minuten. Ongeveer 1 tot 6 procent van de kinderen heeft nachtangsten. Ze komen zowel bij jongens als bij meisjes voor en komen vaker voor bij kinderen waarvan de ouders last hebben (gehad) van night terrors, slaapwandelen of praten in de slaap. Nachtangsten kunnen ook optreden of verergeren als kinderen in een sprong of ontwikkelingsfase zitten, ze erg vermoeid zijn en er veel veranderingen plaatsvinden hun leven. Het kan voor ouders heel akelig en verontrustend zijn om je kind zo te zien, zeker als je niet weet wat er aan de hand is.
Wanneer een kind een nachtangst ervaart, kan hij schreeuwen en angstig lijken. Zijn hart gaat misschien sneller kloppen. Kindjes zijn vaak ontroostbaar en herkennen je misschien niet. Je kind kan je zelfs wegduwen en bang voor je lijken. De ‘aanval’ duurt meestal tussen de 5 en 20 minuten en neemt dan af. Pas op dat ze langer kunnen duren als je je kindje probeert aan te raken. Nachtangsten zijn vervelender voor de ouder dan voor het kind omdat kinderen ze meestal niet herinneren. Nachtangsten treden op tijdens de non-remslaap (de periode waarin het kind uit de diepe slaap komt) en meestal binnen twee uur, soms drie of vier uur nadat het kind in slaap is gevallen, in ieder geval tijdens het eerste derde deel van de nacht tijdens de diepere slaap. Night terrors zijn geen nare dromen. Ze komen níét voor tijdens de droomslaap. Ze zijn geen teken van een psychisch probleem.
Symptomen van een night terror zijn:
- Snelle hartslag
- Snelle ademhaling
- Zweten
- Verwijde pupillen
Tijdens een nachtangst kan een kind:
- Rechtop zitten in bed
- Heen en weer rollen
- Schreeuwen, trappen, schoppen, slaan
- Wakker maar ook in de war lijken
- Zich niet bewust lijken van de ouder in de kamer
- Niet praten
- Niet reageren als de ouder troost
De meeste terrors duren maar een paar minuten, maar het kan tot 30 minuten duren voordat je kind ontspant en weer in slaap valt. Night terrors zijn niet gevaarlijk maar kunnen de slaap van je kindje wel verstoren. Er zijn andere oorzaken voor nachtangsten dan de erfelijke component. De meest voorkomende oorzaak is slaapgebrek of een verstoring in het slaappatroon van een kind. Veranderingen in het leven van een kind zoals een verhuizing, de komst van een broertje of zusje, nieuwe opvang of oppas kan ook bijdragen. Ook een jetlag, slaapapneu of koorts kan de kans op terrors vergroten.
Oorzaken van nachtangsten
- Slaapgebrek, oververmoeidheid of een verstoring in het slaappatroon van je kind: dit is de meest voorkomende oorzaak.
- Erfelijkheid: kinderen van ouders die last hebben (gehad) van nachtangsten, slaapwandelen of praten in de slaap hebben een hogere kans op het krijgen van nachtangsten.
- Stress: bijvoorbeeld door een verhuizing, nieuwe oppas, starten op de opvang of voorschool.
- Grote veranderingen in het slaapschema: bijvoorbeeld door een jetlag, slaapapneu of koorts.